Welkom

Welkom op ons blog! Dit blog is gecreëerd voor het vak Kunstzinnige Oriëntatie, wat wij volgen aan de Pabo op Hogeschool Leiden. De opdracht is als volgt:
Er zijn (animatie)films die geschikt zijn als cultureel-kunstzinnige activiteit voor kinderen in de middenbouw/bovenbouw. Wij gaan a.d.h.v. de film 'Finding Nemo' twee kunstdisciplines (vakken) aan de orde stellen en daarvoor gaan we een lespakket ontwerpen. Het lespakket zal gaan bestaan uit een drietal onderdelen; een theorieles vooraf, een kijkwijzer ter plaatse en een praktijkdeel nadien, rondom de gekozen cultureel-kunstzinnige activiteit.

Sjoukje is verantwoordelijk voor het schriftelijk vooronderzoek, Senna richt zich op het beeldend onderzoek, Annemieke maakt de theorieles en de kijkwijzer, en de praktijkopdrachten komen van Maaike.
Als alles volgens de planning loopt zal het deel van Sjoukje en Senna op 22 oktober 2009 afgerond zijn. Het deel van Annemieke en Maaike staat gepland voor 5 november 2009. Op 12 november 2009 staat de presentatie voor onze klas op de kalender.

donderdag 22 oktober 2009

Achtergrond informatie Finding Nemo (vervolg)

Het ontstaan
De writer-director Andrew Stanton is de bedenker van de film. In 1997 maakt hij al aantekeningen voor het verhaal. In 1999 heeft hij de eerste versie geschreven.
Tijdens een uitstapje naar het aquarium ontstond het idee voor Finding Nemo. Maar het verhaal kwam pas tot leven toen hij hier een aantal persoonlijke herinneringen in verweefde. Stanton groeide namelijk op aan de oceaan, daardoor wist hij dat de zee ‘cool’ kon zijn. Ook had hij vroeger een tandarts met een aquarium in zijn behandelkamer. Bovendien wilde hij een vader-zoon verhaal, waarbij hij gebruik maakte van zijn eigen ervaring als opvoeder.
Eigenlijk wist Stanton niets over vissen en al helemaal niets over clownvissen (anemoonvissen). De clownvissen zijn eigenlijk willekeurig gekozen. Stanton zag in een boek twee vissen die stiekem vanuit een anemoon naar buiten keken. Deze vissen waren oranje met witte strepen. Hij verdiepte zich in de clownvissen en vond ze erg geschikt voor zijn verhaal over de overbezorgde vader en zoon.
Clownvissen komen heel weinig uit de anemoon te voorschijn. Ze blijven veilig binnen. Het is hun thuis voor de rest van hun leven.
De reis die de vader moet ondernemen om zijn zoon te vinden staat in schril contrast met het beschermde leven van deze vis. De zee is een perfecte metafoor voor dit verhaal. Als je namelijk onderwater duikt en kijkt waar het diep is, lijkt het leeg. En toch kan daar van alles zijn, zowel iets negatiefs als positiefs. Deze dualiteit heeft Stanton gebruikt voor zijn film. Het gaat het over hoop versus angst en optimisme tegenover pessimisme en halfvol tegenover halfleeg. Je kunt je verstoppen of het leven aangaan en risico’s durven nemen.
Het tragische begin van de film is sterk, maar niet al te wreed. Het geeft meteen de kwetsbaarheid aan van het leven. Met het vinden van het ene overgebleven eitje, wordt meteen de vader-zoon relatie uitvergroot. De vader heeft alles voor zijn zoon over. Hij wil zijn leven voor hem geven. Hij is overbezorgd, bij het neurotische af. Maar hij heeft tevens iets innemends.
Nemo heeft één kleine vin, wat een symbolische betekenis heeft. Het staat voor het feit, dat er altijd iets is met kinderen, waardoor je als ouder denkt dat ze het niet zullen redden; scholing, lichamelijke prestaties, talenten, de manier van praten. Dit fysieke element (ongelijke vinnen) geeft die angst van ’n ouder weer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten